Melancholie in het denken

Filosofie, psychopathologie en de (on)wil om te leven

Zesdelige najaarscursus met Hein van Dongen, Rico Sneller en Wouter Kusters

Wat kunnen we leren van de filosofie wanneer het gaat om ervaringen en gevoelens van zwaarmoedigheid, wanhoop en leegte – of in psychopathologische termen: depressie en melancholie? Leiden kennis en filosofie tot een ontnuchtering van de pretenties van de mens en een relativering van zijn positie in de wereld, of kan filosofie de mens ook een ander perspectief bieden op de wereld en zijn lot? In deze cursus met zes bijeenkomsten, onder begeleiding van drie deskundige docenten, onderzoeken we drie soorten relaties tussen filosofie en sombere gemoedstoestanden.
Allereerst bestuderen we hoe klassieke en moderne denkers — van Marsilio Ficino tot Arthur Schopenhauer, Sigmund Freud, Emil Cioran en verder — rekenschap geven van de toestand van melancholie in hun visie op de mens en diens verlangens. Ten tweede onderzoeken we of en hoe we door filosofie en meer bewustzijn van onszelf en de wereld ongewenste gemoedstoestanden zouden kunnen bijsturen. Ten derde zullen we ons bezinnen op de vraag of niet, omgekeerd, meer kennis en nadenken leiden tot zelfondermijnende gedachtes en verlammende geestestoestanden. Uiteindelijk hopen we tot een flexibel begrip te komen van de ingewikkelde verhouding tussen filosofie en melancholie.

Voor wie?

De cursus is bedoeld voor hen die meer willen weten over de vraag wat filosofie is en doen kan bij mineurstemmingen: van onszelf of van anderen. Verder is ze bedoeld voor iedereen die interesse heeft voor het verband tussen melancholie en denken. Een globale kennis van filosofie is behulpzaam, maar er is geen specifieke voorkennis vereist. Teksten ter voorbereiding zullen ruim voor de start van de cursus digitaal worden verstrekt.

Dit is de derde keer dat een cursus door deze drie docenten plaatsvindt rond psychopathologie en filosofie. Wie een van eerdere cursussen heeft gevolgd, kan deze ook volgen; dit is een geheel nieuwe cursus, met een ander onderwerp, met nieuwe teksten en nieuwe denkers.

Tijd, plaats, werkwijze

Deze cursus kan zowel fysiek als online gevolgd worden, en heeft in beide vormen hetzelfde programma. Van tevoren dient voor de fysieke of de online-versie te worden gekozen. Wanneer iemand een college mist, kan hij/zij die ook in de andere vorm volgen.

De fysieke bijeenkomsten zijn op woensdagavonden van 19.00 tot 21.45. Deze vinden plaats in de trainingsruimte van Verzamelgebouw Reeuwijk, Leeghwaterstraat 25, in Reeuwijk (langs de A12 bij Gouda). Gezamenlijk vervoer vanaf station Gouda is mogelijk. De online-bijeenkomsten zijn op vrijdagavonden van 19.30 tot 21.30.

wo 14, vrij 16 september, Hein van Dongen: Ficino en de melancholie

wo 28, vrij 30 september, Rico Sneller: Schopenhauer en de vergeefsheid

wo 12, vrij 14 oktober, Rico Sneller: Freud en de doodsdrift

wo 26, vrij 28 oktober, Wouter Kusters: Rationele en emotionele nihilismes

wo 9, vrij 11 november, Wouter Kusters: Albert Camus en het leven in de paradoxen

wo 23, vrij 25 november, Hein van Dongen: Zuboff en de gevangen wil

Inschrijving, prijs

Voor meer informatie, of om u direct in te schrijven, kunt u een mail sturen naar wouterkusters@gmail.com. Vermeld ook even of u de cursus fysiek (woensdagavonden) of online (vrijdagavonden) wilt volgen. Wij mailen u dan met verdere informatie over de cursus en de betaling.

Het is mogelijk om later, in overleg met ons en het liefst niet te kort van tevoren, te wisselen tussen online en fysiek, voor de gehele cursus of voor een enkele cursusdag.

Prijs: 275 euro (voor zes bijeenkomsten inclusief digitale literatuur).
25 euro korting voor cursisten die in 2020 of 2021 meededen.

Bij annulering: vóór 1 augustus krijgt u 90% van het betaalde cursusgeld terug, vóór 1 september krijgt u 60% terug en vóór 14 september (wanneer de cursus begint), krijgt u 30% terug.

Informatie over de docenten

Dr. Hein van Dongen promoveerde in de filosofie bij Otto Duintjer op een proefschrift over de meervoudigheid van maatstaven in de wetenschappen en de samenleving: Geen gemene maat – over incommensurabiliteit. Hij houdt zich als filosofisch consulent bezig met de invloed van conceptuele systemen op praktijksituaties en met de relatie tussen zingeving en vormgeving. Hij is verbonden aan de stichting Filosofie Oost-West. Hij publiceerde ondermeer: Dialogue with people and places (SUN, 2008 – met Hans Ibelings en Peter Buchanan), Bergson (Boom, 2014), Wild beasts of the philosophical desert (Cambridge Scholars, 2014 – met Hans Gerding en Rico Sneller).

Dr. Rico Sneller is filosoof en theoloog. Hij promoveerde cum laude op een dissertatie over Jacques Derrida en de negatieve theologie. Gedurende lange tijd was hij werkzaam als universitair docent filosofie en ethiek te Leiden. Momenteel doceert hij filosofie op o.a. de Mandeville Academy te Gouda en bij het Jungiaans Instituut te Nijmegen. Hij is vicepresident van de academische netwerkorganisatie Alternative Perspectives and Global Concerns (https://ap-gc.net). Zijn belangstelling gaat uit naar uitzonderlijke bewustzijnsposities in relatie tot de filosofie; levensfilosofie (Ludwig Klages, Carl du Prel); psychoanalyse en analytische psychologie. Recent publiceerde hij Perspectives on Synchronicity, Inspiration, and the Soul (Cambridge Scholars 2021).

Dr. Wouter Kusters is gepromoveerd in de taalwetenschappen, en heeft zich verder toegelegd op filosofie in het algemeen, en filosofie van de psychopathologie in het bijzonder. Hij is bekend van zijn boeken Pure waanzin en Filosofie van de waanzin, waarin hij het spanningsveld, de interactie en overlap, onderzoekt tussen filosofie en waanzin. Tegenwoordig werkt hij als schrijver, onderzoeker, redacteur en docent.

Inhoud van de zes lessen

Les 1
14 en 16 september, Hein van Dongen: Ficino en de melancholie
Het concept ‘melancholie’ stamt uit de aloude leer van de lichaamssappen en heeft via passages van Aristoteles grote invloed gehad op de geschiedenis van de geneeskunde. Een sleutefiiguur in deze ontwikkeling is de Renaissance Platonist Marsilio Ficino (1433-1499).
De Florentijn Ficino was filosoof, arts, musicus en priester. In zijn boeken werkt hij het idee uit dat melancholie ons niet alleen gevangen kan houden in een donkere toestand van zwartgalligheid, maar dat zij ons ook ontvankelijk kan maken voor het licht van inspratie.
Psychische gezondheid is daarmee volgens hem ook een zaak van afstemming op- en resonantie met de in vele toonaarden ervaarbare wereld. Daarbij stelde Ficino ook dat onze psychische gezondheid samenhangt met de vraag waarop we onze liefde richten.

Les 2
28 en 30 september, Rico Sneller: Schopenhauer en de  vergeefsheid
Aan het slot van zijn magnum opus “De wereld als wil en voorstelling” (1818) schetst Schopenhauer zijn uitweg uit de gevangenis waarin de Wil al wat is gevangen houdt in zijn vruchteloze streven. Je zou die uitweg Schopenhauers ‘ethiek’ kunnen noemen. Hij is drievoudig: 1) muziek, 2) compassie en 3) ascese. Schopenhauers filosofie wordt vaak ‘pessimistisch’ genoemd. Maar die typering gaat alleen maar op voor hen die menen dat er in deze wereld werkelijke bevrediging van menselijke verlangens mogelijk is; zij worden door Schopenhauer hardhandig uit hun droom geholpen. Uiteindelijk richt Schopenhauer zich vooral tot hen die lijden aan de vergeefsheid; hun houdt hij een filosofisch ‘nirwana’ voor dat zich pas ontsluit wanneer men het streven heeft opgegeven.

Les 3
12 en 14 oktober, Rico Sneller: Freud en de doodsdrift

“Een van de spraakmakendste metafysische traktaten van de twintigste eeuw.” Aldus wordt de recente heruitgave van Freuds Aan gene zijde van het lustprincipe aangekondigd. En de tekst vervolgt: “Aan gene zijde van het lustprincipe, voor het eerst verschenen in 1920, is een sleuteltekst in het oeuvre van Sigmund Freud. In dit traktaat introduceert Freud zijn driftendualisme. Naast het machtsvertoon van de levensdriften zijn er de vele levenskrachten die het leven van binnenuit saboteren. Stonden voorheen de levensdriften en met name seksualiteit in het centrum van Freuds belangstelling, nu richt hij zich ook op de beangstigende heropleving van traumatische gebeurtenissen en de psychische verwerking daarvan, de demonische herhalingsdwang en de onuitroeibare drang naar haat en agressie. Freud brengt zijn observaties over de destructieve krachten van het leven voor het eerst samen in één begrip: de ‘doodsdrift’. Weinig begrippen hebben door de jaren heen zoveel tot de verbeelding gesproken als de freudiaanse doodsdrift. De doodsdrift heeft veel intellectuelen uit verschillende menswetenschappen geïnspireerd, maar is ook altijd onderwerp van controverse geweest, zowel binnen als buiten de psychoanalyse.”

Les 4
26 en 28 oktober, Wouter Kusters: Rationele en emotionele nihilismes

In de afgelopen decennia, zoniet eeuwen, zijn de bronnen van religieuze en humanistische zingeving verder opgedroogd. Het behouden van hoop – op verlossing, op het einde van het lijden, of op iets of iemand om voor te leven – is met het verdere afbrokkelen van het geloof in een god of in de mensheid moeilijker geworden. Schopenhauer kent navolgers die hem ver overtreffen in pessimisme: Emile Cioran, Jean Améry, en Ray Brassier. Bij deze drie is het de vraag of het leven het überhaupt wel waard is om te leven. Ray Brassier beargumenteert in zijn Nihil Unbound. Enlightenment and Extinction op consequent rationele wijze dat het project van de filosofische verlichting zichzelf ondergraaft, en dat de filosofie – althans, in haar ontmaskerende, illusieloze gedaante – vanzelf tot ontmenselijking en nihilisme leidt. Emile Cioran beschrijft op meer gepassioneerde wijze in korte fragmenten hoe zinloos en hopeloos alles is. En Jean Améry laat in zijn De hand aan zichzelf slaan: over de gekozen dood er geen twijfel over bestaan: de keuze om er een eind aan te maken is noch ziekelijker, noch irrationeler, noch verwerpelijker dan de keuze om door te gaan.
Uit onderzoek is gebleken dat mensen in een depressie betere inschattingen maken van kansen op geluk en welslagen dan de vrolijker naturen. Met dat gegeven bespreken we wat we van de drie nihilismes van Brassier, Cioran en Améry kunnen leren: Zijn het verhelderende teksten over de toestand van de wereld en de mens daarin? Geven ze een expliciete en doordachte taal aan wat bij klinisch depressieven op ongearticuleerde wijze in moeilijk te verwoorden stemmingen aanwezig is? Leiden dit soort filosofische doordenkingen tot meer zwaarmoedigheid en wanhoop? Of hebben ze, ondanks zichzelf, juist een immuniserende werking? Maken ze de latente wanhoop en de gevoelens van zinloosheid die aan ’s mensens lot eigen is, weliswaar meer expliciet, maar ook deelbaar en beter leefbaar?

Les 5
9 en 11 november, Wouter Kusters: Albert Camus en het leven in de paradoxen

Zoals de befaamde Rotterdamse stadsdichter Jules Deelder in de jaren tachtig van vorige eeuw schreef: “Het waren de jaren vijftig, en ook toen al hadden we geen toekomst.” De boodschap van de nihilisten van vorige les is niet nieuw. Ten allen tijde zijn er verkondigers geweest van de keerzijde van het bestaan: de leegte, de eindigheid en het niets. Voor deze les zullen we drie soorten reacties, antwoorden of verwerkingen van de nihilistische boodschap bespreken. Met Albert Camus’ befaamde artikel De mythe van Sysiphus zullen we de problematiek van de zinloosheid en de suicide bij Améry nader bespreken. Met het hoofdstuk over het niets uit Kusters Filosofie van de waanzin bespreken we wat een mogelijk vervolg is op het opgewoelde duister van Cioran. En ten slotte zullen we met Frederic Neyrat enkele kanttekeningen plaatsen bij de extinctiedroefheid van Brassier.
Leidende motieven zullen het absurde (Camus) en de paradox (Kusters) zijn. We zullen onderzoeken of hiermee de filosoof en de zwaarmoedige uit hun zelfverkozen, schijnbaar onontkoombare beklemming los kunnen komen. Het gaat hier om grensbegrippen én grenservaringen, die middelen tussen de sfeer van het denken, het innerlijke en de filosofie, en de sfeer van het bewegen, het uiterlijk en het leven.

Les 6
23 en 25 november, Hein van Dongen: Zuboff en de gevangen wil

De afgelopen jaren is door verschillende auteurs geobserveerd hoe onze verondersteld ‘intern-psychische’ processen in hoge mate veranderen door nieuwe sociale patronen. Shoshana Zuboff spreekt van ‘surveillance capitalism’ dat volgens haar een directe ondermijning is van ons vermogen om te leren en zelfs van ons vermogen om te willen. Matthew Crawford signaleert een toenemend onvermogen tot verdieping van onze aandacht: in plaats van ‘bij de dingen’ te zijn bekijken we hun representaties.
Er is natuurlijk nog altijd een flinke afstand tussen vriendschap en een vinkje plaatsen, tussen een zoektocht en het aanklikken van koopwaar en tussen transparantie en je in de gaten laten houden. Maar die afstand wordt wel kleiner. Terwijl we (om M. Serres te citeren) ‘de wereld onder de duim’ houden, leveren we ons willens en wetens uit aan partijen die er baat bij hebben om onze wil en ons weten te kunnen sturen.
Dient de psychiatrie diezelfde instrumentele houding? Zijn mensen die in deze vreemde of vervreemdende wereld niet mee kunnen komen rijp voor therapie – of zijn ze ook of meer gebaat bij kritische bezinning? Net zo min als veel psychische aandoeningen louter interne aangelegenheden zijn geldt dit voor onze bevrijding daarvan. Verander jezelf, begin bij je wereld.